Historie van Fier.
De initiatiefnemer voor de oprichting van een gymnastiekclub voor meisjes was Kapelaan Fick, van de Princenhaagse Martinusparochie. Hij vond Mevr. Heemskerk bereid om voorzitter, Mej. Bastiaansen om secretaresse, Mevr. Rombouts om penningmeesteresse en tenslotte Mevr. Vonken om algemeen bestuurslid te worden.
In en brief gedateerd 4 september 1953 en die werd verspreid via de Mariaschool (vroegere meisjesschool, thans opgegaan in de St Maerte Basisschool) werd de Princenhaagse bevolking het volgende werd medegedeeld:
EVEN ATTENTIE.
Op een van de avonden in juli (21ste) is er iets gewichtigs gebeurd. Na rijpe beraadslagingen is toen besloten tot het oprichten van een gymnastiekclub voor meisjes. Bravo!
Zijn wij een sportieve parochie of niet? Wij menen met deze daad in een grote behoefte te voorzien. Onze mooie jeugd tintelt van levensmoed en zij willen laten zien wat zij kunnen presteren. Op elk gebied willen wij het kind vormen, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Daarom hebben wij voor deze club de naam "FIER" bedacht, die eigenlijk al genoeg zegt. Maar de letters op zich betekenen ook iets, nl. Flink In Elke Richting. Dus "Flink" in de godsdienst, geen halve maar hele Christenen. "Flink" van karakter, mensen uit een stuk, die weten wat ze willen en die ook goed willen. "Flink" ook in het lichamelijke. Een gezonde ziel in een gezond lichaam. Het goed beoefenen van de sport is in onze dagen zo voornaam, omdat bij velen de sport zulk een waarde heeft gekregen, dat zij de andere en hogere waarden in de schaduw stelt. Dit nu is niet onze bedoeling. Nogmaals "Flink In Elke Richting" onder leiding van onze bekwame sportleidster Mej. Thea Boom. (red: thans Mevr vd Broek)
Stelt u er prijs op, dat uw kind lid wordt van onze gymnastiekclub "FIER"?
De kosten zijn tot een minimum beperkt, nl. 20 cent per les. Minder kan het al niet.
Wij beginnen voorlopig met de klassen 3 t/m 6 en breiden daarna in de kortst mogelijke tijd nog uit. De tijd waarin de verschillende groepen les ontvangen valt tussen 5 en 7 uur. Elke groep krijgt 1 uur.
Indien uw kind lid wenst te worden, vul dan de naam en adres in op onderstaande strook en bezorg deze op woensdag 9 september tussen 2 en 3 uur in 't Jeugdhuis op de Haagse Markt.
Aldus het citaat.
Naar aanleiding van deze brief kwamen er voldoende aanmeldingen binnen om met 4 groepen te kunnen starten. Op dinsdag 22 september startten de eerste groepen
Op 23 september 1953 vond de oprichtingsvergadering plaats van de R.K. Gymnastiek Vereniging voor meisjes, onder de naam FIER. De secretaresse Mej. Bastiaansen maakte voor die gelegenheid het volgende vers:
Gewichtig is vandaag de dag
Voor 't Princenhaagse kind
Nu eindelijk in ons mooie dorp
De gymnastiek begint.
Een gymclub! nu die was er niet
Wij wachtten langentijd
En eindelijk werden wij o vreugd
Met 't goede nieuws verblijd!
Wij danken extra u Mevrouw
En ook Heer Kapelaan
Want hij heeft voor ons gymclub "Fier"
Al heel wat werk gedaan.
Ook roepen wij het welkom toe
Aan onze leidster juffr. Boom
Wij weten 't van te voren al
Zij houdt ons wel in de toom.
Wij doen ons best beloven wij
en werken met plezier
Ik zeg nogmaals dus met klem
"Nu start ons gymclub "FIER"
Als clubkleuren werden de kleuren van Princenhage gekozen nl. groen en wit.
In de oudste notulen van onze vereniging is te lezen dat het bestuur de zaalhuur van f 300,- per jaar wel erg hoog vond. Daar moest zeker nog eens met het Parochiebestuur (eigenaar van het Parochiehuis) over gesproken worden. En dat te bedenken dat onze penningmeester heel blij zou zijn als hij nu per week slechts f 300,- aan zaalhuur zou hoeven te betalen. Tijden veranderen zo zie je wel.

Parochiehuis, het Patronaat aan de Doelen, afgebroken eind 60ger jaren en thans de plaats waar Sporthal De Doelen staat.
Reeds in nov 1953 werd er gestart met een groep meisjes 12 t/m 15 jaar en in mei 1954 met een groep vanaf 16 jaar. En wie denkt met sportoverdag iets nieuws uitgevonden te hebben vergist zich, want al in sept. 1954 had Fier een groep dames, die overdag met name aan ritmische gymnastiek kwam doen.
* Het blijkt Kapelaan Koopmans te zijn geweest en niet Kapelaan Nelissen.
** Note: De kleine Trom was het maandblad van de Kon. Harmonie St. Cecilia
De eerste technische leidster Thea Boom (thans Mevr v.d. Broek) was geen onbekende in de turnwereld. We vonden in het archief het volgende stukje uit De Kleine Trom**: "In maart 1955 werd onze technisch leidster Thea Boom kampioene bij de eerste dames keurturnwedstrijden van de R.K. Gymnastiekbond St. Joseph". De R.K. Gymnastiekbond is later opgegaan in de N.K.G.B., Durfal is later gefuseerd met Kwiek tot Durfal-Kwiek.
Thea werd op een avond benaderd door Kapelaan Fick met de vraag of zij wilde komen lesgeven bij een nog op te richten vereniging in Princenhage. Zij studeerde op dat moment aan de Academie voor Lichamelijk Opvoeding te Den Bosch. Omdat dit een mooie gelegenheid was op lesgeefervaring op te doen zij ze ja. Ze vroeg een vergoeding van f 1,80 per uur en kreeg deze ook, later na haar afstuderen werd dit f 100,- per maand, voor 6 uur per week. Haar eerste kennismaking met de accommodatie, het Patronaat aan de Doelen, herinnert ze zich nog zeer goed. Het was een enigszins vervallen gebouw, zonder verwarming. Vooral in de winter was het er niet altijd prettig toeven. Er bleken oude toestellen te zijn opgeslagen onder het toneel. Wat er was moest eerst opgeknapt worden, veel was het niet. Een brug gelijk (ongelijke brug deed zijn intrede in Nederland pas na de 2e wereld oorlog), een paard en waarschijnlijk ook wel een springplank, 2 banken en enkele kokosmatten met een gat erin. De zaal werd in die dagen zeer intensief gebruikt door allerhande verenigingen uit Princenhage. De banken moesten om niet in de pad te staan voor andere gebruikers telkens met behulp van katrollen worden opgetakeld, om hoog tegen de muur te wachten op de volgende keer dat ze gebruikt zouden worden. Binnen de kortste keren werd het Patronaat aangepast aan de eisen, die een gymnastiekvereniging nu eenmaal stelt aan haar accommodatie. Bij de renovatie werd ook een kachel geplaatst, hetgeen zowel leidster als gymnasten erg toejuichten. Om ongelukken te voorkomen werd er gaas aangebracht voor de ramen, met speling ertussen, zo staat reeds te lezen in de notulen van 05-11-53. Of dat de vraag om een verbanddoos hiermee in verband stond valt na al die jaren niet meer te achterhalen. Wel kan men zich herinneren dat dit gaas zeker in latere jaren niet altijd kon voorkomen dat er ramen sneuvelden. Wanneer er weer eens een bal door de ramen ging hoefden men de beheerder Chris Wiese bijna nooit te waarschuwen. Meestal kwam hij, gewaarschuwd door het gerinkel, al aan sprinten om te vragen of men geen ander leuk spel wist, waarbij de ramen gespaard konden blijven.
De oefeningen, die men in die eerste jaren uitvoerde waren vooral oefeningen op de plaats met 2,3,4,5 of 6 tallen. We zouden het tegenwoordig waarschijnlijk onderbrengen onder het hoofdstuk acro-gym. Met het beschikbaar komen van geschikte toestellen werd ook het toestel-turnen opgenomen in het lesprogramma. De les werd meestal afgesloten met een spel, dat 10-15 minuten duurde.
Er was in die eerste jaren geen geld en er waren zoals al gezegd alleen zeer oude gymnastiektoestellen en materialen, waarop het stof der jaren rustte. Met die oude materialen, die men dankzij de handigheid van enkele bestuursleden opknapte, werd begonnen in het oude Parochiehuis/ Patronaat. (Thans staat op die plaats sporthal De Doelen) Het materiaal was afkomstig van de voor de oorlog befaamde P.S.V. (Princenhaagse Sport Vereniging) Uit een bewaard gebleven krantenknipsel uit 1953 blijkt dat de voorganger van Fier een goede naam had. Kopiëren uit notulen --- "Ook spreekt men nog, na 30 jaar, de roem van de gymnastiekclub van kapelaan Nelissen*. En wie heeft nog nooit gehoord van onze gymnastiekclub P.S.V. Wie heeft ze nooit zien uittrekken in hun groen-witte uniformen. Nee, wij sloegen geen slecht figuur op de Bondsdagen! Wat in de oorlog teniet gedaan is, moet weer hersteld worden. De jeugd wacht er op."
Reeds in nov 1953 werd er gestart met een groep meisjes 12 t/m 15 jaar en in mei 1954 met een groep vanaf 16 jaar. En wie denkt met sportoverdag iets nieuws uitgevonden te hebben vergist zich, want al in sept. 1954 had Fier een groep dames, die overdag met name aan ritmische gymnastiek kwam doen.
* Het blijkt Kapelaan Koopmans te zijn geweest en niet Kapelaan Nelissen.
** Note: De kleine Trom was het maandblad van de Kon. Harmonie St. Cecilia
1954

In 1954 werd een tenue en een embleem ontworpen. Er werd gekozen voor een groene rok, die middels 6 knopen werd bevestigd aan een witte blouse. De rok moest zo lang zijn, dat je in knieënstand een handbreedte er onder kon houden. Hoewel het vastmaken van de rok aan de blouse de oplossing leek tegen uitschietende blouses, werd dat door de gymnasten toch niet als zeer prettig ervaren. Bij elke oefening verschoof namelijk alle kleding. Na enige jaren en/of maakte de groene rok plaats voor een losse witte plooirok, welke eigenlijk alleen nog bij uitvoeringen gedragen werd. Want de rok was natuurlijk niet het meest patroon praktische kledingstuk bij het uitvoeren van allerhande oefeningen. Lange broeken deden al snel hun intrede in de lessen en in 1957/58 durfden de eersten met korte (lees ballon-)broeken op de les te komen, om enige jaren later (1962/63) plaats te maken voor de toch veel charmantere korenblauwe turnpakjes, welke vele jaren het herkenningsteken van onze vereniging zijn gebleven. (tot 1976)


1955
Over de Haagse Sportweek in 1955 staat het volgende vermeld in de kleine Trom: "Vrijdag 8 juli 1955 zullen om half 8 2 zeer populaire gymnastiekverenigingen, n.l. S.S.S. en FIER in keurige pas op de maat van de drumband van S.S.S. 't Sportpark betreden en wie dat vorig jaar heeft gezien zal die indruk zeer zeker ook deze keer nog eens willen ondergaan. Het was keurig om te zien en de oefeningen brachten vorig jaar veel succes. Een aantrekkelijk programma is opgesteld zodat er volop te genieten zal zijn." Ook in 1955 was men al aanwezig op de Bondsdag in Oud-Gastel getuige enkele foto's, die bij deze gelegenheid werden gemaakt. Ongeveer 4000 gymnasten waren op de Bondsdagen present om hun prestaties te tonen.
Enkele citaten uit de notulen (is de jeugd echt wel zo veranderd?)
- "De vitaliteit en bewegingsdrang van de jeugd kwam tijdens de pauze wonderbaarlijk tot uiting en bereikte zijn climax na afloop op het toneel, waar de ouders moeite hadden hun eigen kinderen en deszelfs mantels terug te kennen" Dit naar aanleiding van de eerste ouderavond.
- "Men ondervindt op woensdagavond wel eens hinder van de jonge boeren, die na de toneeluitvoering blijven hangen."


Over de oprichting van een jongens gymnastiekvereniging in de oude pastorie,(thans Rabobank Princenhage) staat in de notulen van 6 oktober 1955 het volgende te lezen:" Deze avond zou in het teken staan van de geboorte van een nieuwe gymclub voor jongens. Dhr. Brandt, die de meisjesgymclub ook mede opgericht heeft arriveerde klokslag half 10, als de gelukkige vader, die ook dit kind zou mede helpen verlossen, als ook de heren Kerremans, Frijters, Buys, Rijvers, Vonken en Lambregts, allen nog zonder functie". Met het zoeken naar een geschikte technisch leider zat het kapelaan Fick niet zo erg mee. Op een goede zondag ging hij met een flinke afvaardiging van het pas gevormde jongensbestuur op pad naar het huis van de jarenlang als directeur van S.S.S. actief geweest zijnde Jacob de Wilde. Bij aankomst aldaar bleek Jacob niet thuis te zijn, maar zijn vrouw wist de delegatie te melden dat Jacob een definitief punt had gezet achter zijn leidersloopbaan. Een domper voor dit jonge bestuur. Hoe het dan toch kwam dat Jacob alsnog besloot het leiderschap bij Fier op zich te nemen en dit nog 14 jaar te blijven doen is op dit moment niet geheel maar te achterhalen, mogelijk dat de overredingscapaciteiten van Kapelaan Fick hiertoe hebben bijgedragen. Bij zijn afscheid van Fier (in 1969) was Jacob de Wilde bijna 70 jaar oud. In de wandelgangen werd hij "De Oude De Wilde" genoemd. Ook een aantal van zijn zoons zijn jarenlang actief geweest als turner en/of technisch leider bij FIER.


Ouderavond 1955 in het Patronaat
vlnr: Net de Craen?, Marian Frijters?, Toos Oomens, Toos de Craen, .... Voncken, Wies Wiese, Mary van Baal, Ad/ van den Wijngaard. Voorgrond Thea Boom



1955 Bondsdag Corrie Wiese met nummer 9, op achtergrond Thea Boom

In de kleine Trom verschijnt in nov 1955 het volgende bericht:
"Hallo, jongens van Princenhage! Hier is goed nieuws! Jullie hebben tot nu toe nog aan de kant moeten staan, maar nu komt ook jullie beurt en zullen we binnenkort starten met gymnastiek voor jongens. We hebben de heer J. de Wilde - alom bekend als een vooraanstaande op dit gebied - bereid gevonden de technische leiding van deze jongensafdeling op zich te nemen en weten wij deze bij voorbaat in goede handen. Ook voor de jongens, die niet in Princenhage op school zitten en nog geen lid zijn van een andere gymvereniging bestaat vanaf heden gelegenheid zich op te geven bij onze secr. de heer Buys."
Op 2 december 1955 zijn de gym-lessen gestart voor de jongens. De vereniging telde toen ongeveer 150 leden Binnen een maand zaten de nieuwe jongensgroepen vol. De jongsten kregen les van Thea Boom en de ouderen van Jacob de Wilde. In het decembernummer van de kleine Trom stond te lezen dat het bestuur tot haar spijt, geen uitbreiding kon geven aan haar ledental. Via de secretaris Dhr. Buys kon men zich echter wel op de wachtlijst laten inschrijven. Voorzitter van de jongensvereniging werd Jan Brandt, Dhr. Buys secretaris, Hein Kerremans penningmeester, en de Dhr. Vonken verzorgde de materialen. De ouders werd verzocht de jongens op tijd naar de les te sturen en erop toe te zien dat ze de contributie voor de les afdroegen. Enthousiaste medewerkers kwamen iedere week de 20 cent contributie ophalen tijdens de les. Zij werden al vlug helpers bij het oefenen en stonden vaak avond aan avond in het Patronaat. Contributieverhoging met ingang van 1 jan '57. De contributie wordt f 0,25 voor de jongere en f 0,30 voor de oudere leden.
Een zeer stuwende kracht werd Jacob de Wilde. Onder zijn leiding behaalde Fier vele prijzen op Bondswedstrijden. Met zowel ritmische gymnastiek als vrije oefeningen genoot de vereniging op vele plaatsen in het land bekendheid. Wanneer de naam van De Wilde genoemd wordt, wordt in een adem zijn strenge, gedisciplineerde wijze van lesgeven aangehaald. Met tikken van een stok op de houten vloer van het Patronaat gaf hij de maat aan. Wanneer een stok niet zo snel voor handen was stampte hij met zijn voet op de grond. Letterlijk en figuurlijk werden zodoende de oefeningen er in gestampt. Er stond wel een pick-up op het randje van het toneel, maar hij werd zelden gebruikt. De reden, lag naar het schijnt in het feit, dat bij een te enthousiaste sprong en dito landing, de naald een evenzo grote sprong maakte op de plaat. Bij de oudere meisjes draaide hij wel eens muziek als begeleiding, maar op het moment dat de sprongen kwamen moest men maar doen alsof. Wanneer de pick-up weer uit stond mochten de meisjes en dames de gemiste sprongen apart oefenen.
1956
Juni "56 de kleine Trom: Bent u op de ouderavond geweest? Dan hebt u kunnen zien hoe onze jeugd getraind wordt en tevens, hoe goed en noodzakelijk zulk een training voor uw kinderen is. De oefeningen waren prettig en werden met veel ambitie gedaan. Het geheel was er niet op gericht om eens geweldig voor de dag te komen met oefeningen die ver buiten het bereik liggen, neen, ze waren alleen gericht op 't belang van 't kind zelf. Alle kinderen moeten deze lessen kunnen volgen, zelfs de meest ongeoefenden en iedere vader en moeder zou de wens moeten koesteren, dat hun kind bij deze gymnastiekclub zou toetreden, daar waar zulk een prettige oefeningen, aangepast aan 't kinderlijke, gegeven worden."
"Mopper niet, als uw kind zo hard gegroeid is, dat 't uniform niet meer past. Dat is immers de gewone gang van zaken."
Ook wist de kleine Trom toen te melden, dat het dames- en herenbestuur nu zover was, dat alle werktuigen opgeknapt waren. Dit was financieel mogelijk gemaakt dankzij verschillende acties, zoals loterij en donateursacties. Een aantal onmisbare en niet aanwezige attributen werd aangekocht.
Medio '56 werd er voorgesteld om een bestuur te gaan vormen van de meisjes- en de jongensafdeling. Wanneer dit gerealiseerd werd valt niet op te maken uit de notulen. Tot en met maart '57 (=de laatst bewaard gebleven notulen) is er nog steeds sprake van 2 "aparte" besturen. Vermoedelijk is vanaf die tijd het bestuur als een geheel gaan fungeren. De verslagen werden vanaf die tijd getypt door Dhr Buys. Van deze verslagen is echter niets bewaard gebleven zodat we naar de juiste datum van het samengaan alleen maar kunnen gissen.



wedstrijd tegen OBK uit Moerdijk

1956 Bondsdag verzamelen op Schoolakkerplein olv Thea Boom
1957



1957 Ouderavond in het Patronaat aan de Doelen




1957 Haagse Sportweek op het Haagse Sportpark (thans Groen-Wit terrein
Bovenste foto Thea Boom voor de groep
Onderste foto Jan van Poppel assisteert bij paardspringen.

1958
In 1958 werd een jeugddrumband opgericht. Dit kwam door de gymnastiekvereniging S.S.S.
Ieder jaar verzorgden Fier en S.S.S. een demonstratie tijdens de Haagse Sportweek (Groen-Wit-terrein) S.S.S. liep na afloop van het terrein af onder de klanken van haar eigen drumband en Fier, dat vaak verbluffende demonstraties gaf liep in alle stilte weg. (Met de stille trom!!!)
Mogelijk dat een opmerking in de kleine Trom in mei 1956 gedachten over een eigen drumband los maakte:"SSS (met drumband) en FIER zullen met machtige demonstraties de sportweek openen. "Met" stond vet gedrukt, dat moet in Fier-gelederen toch zeer gedaan hebben.
Het Groen-Wit-terrein stond bij deze gelegenheden vol met zo'n 200 gymnasten, die verdeeld in groepen, met hoepels, linten, knotsen en ballen allerlei oefeningen deden op de plaats. Later werden de toestellen meer favoriet en werd ook daarvoor een plaatsje ingeruimd tijdens de demonstratie. Vooraleer men deze demonstraties kon geven waren er vele sterke handen nodig om het materiaal naar het sportpark te krijgen. Een brug optillen of een lange mat, een beetje krachtpatser moet je daarvoor toch wel zijn.



1958 Ouderavopnd in het Patronaat
Bovenste foto Dhr Jacob de Wilde in het midden.

Annie Kerremans Christ Wiese Mary Vonck voor het Fier-vaandel tijdens de bondsdag in Zundert.








Thea Boom en Jacob de Wilde nemen de prijzen in ontvangst





1959
serenade van de Drumband t.g.v. het 25 jarige onderwijsjubileum van Toos Bastiaansen aan de Esserstraat

1959 Bondsdag, even tijd om te ontspannen voor Jacob de Wilde

1959 Bondsdag Zundert

1959 Haagse Sportweek, Jan van Poppel loopt voor de drumband van FIER uit.
1960
De Bondsdagen op 25 en 26 juni 1960 te Oudenbosch zijn in de boeken terug te vinden als zeer succesvol. Op 25 juni gingen onze beste turners en turnsters per bus naar Oudenbosch om mee te doen aan het wedstrijdgedeelte. Een 2e plaats in de klasse C voor de jongens en een 5e plaats in de klasse B voor de meisjes, in welke klasse zij voor de eerste maal uitkwamen, was het resultaat. Op 26 juni was de gehele vereniging aanwezig op de demonstratiedag, welke altijd volgde op de wedstrijddag. Op zo'n dag waren er ongeveer 4000 gymnasten van vele verenigingen uit het diocees Breda aanwezig. Fier werd als de best verzorgde en georganiseerde vereniging aangewezen, wat onze jonge club een prachtige beker opleverde, die nog steeds prijkt in onze prijzenkast. Het frappante was dat Fier ook in 1961 als de best verzorgde en georganiseerde vereniging uit de bus kwam, maar omdat zij in 1960 de beker al hadden gewonnen, ging dit keer de beker naar nummer 2.
In de jaren 60 waren onze gymnasten veelvuldig ook tot ver buiten Breda actief. Een keer ging de reis naar Haarlem (1959). Om half 6 's morgens vertrok de bus, aangekomen in Haarlem bleek dat de muzikale begeleiding niet via een pick-up zou worden verzorgd, maar dat een pianist de verenigingen zou gaan begeleiden. Jacob was van mening dat de pianist waarschijnlijk zijn tempo aan zou passen aan de bewegingssnelheid van de diverse verenigingen en niet omgekeerd, waardoor de mindere verenigingen bevoordeeld zouden worden. Daarop besloot hij dat zij niet meer mee zouden doen en hebben de meisjes en jongens een groot deel van de dag op de tribune gelukkig wel in de zon doorgebracht. Ze mochten van Jacob de Wilde nog wel meedoen aan het defilé, maar daarvoor voelden de leden niets, en dus werd er al vrij vroeg op de middag terug gereden naar Princenhage.

1960 FIER Bondskampioen, Jacob de WIlde neemt de prijs in ontvangst.

1960 Hein Kerremans en Jacob de WIlde tonen trots de behaalde prijzen.


Een jonge vereniging is altijd op zoek naar nieuwe manieren om aan geld te komen. Zo bedacht men in 1960 een suikerzakjesactie tot steun van de kas. Op zat. 5 aug. rukte de drumband uit ter ondersteuning van deze actie. Gezien de populariteit die Fier speciaal in Princenhage geniet, hoopte men dat er heel wat "suiker" omgezet zou worden. Ook werden er in die jaren vele zakjes bloemenzaad en glazen verkocht om maar aan de benodigde financiële middelen te kunnen komen. En in 1973 werd er met kalenders langs de deuren getrokken.
In datzelfde jaar kregen herenturners een eigen plaatsje binnen de vereniging. Vanaf sept. 1960 konden zij iedere woensdagavond terecht in het Parochiehuis om met turnen hun spieren wat los te werken.

1961

1962


In jan 1962 staat in de kleine Trom een oproep voor een op te starten kleutergroep, alle kleuters van 5,6 en 7 jaar werden uitgenodigd om toe te treden. De leidster voor deze nieuwe groep werd Mej. J. Roozen. Vermeld werd ook nog dat er geen uniform nodig was en dat de lessen op blote voetjes waren.
1963
Het 10-jarig bestaan werd in 1963 uitgebreid gevierd met vele activiteiten. Namens alle leden bood Jaap de Wilde het bestuur een nuttig cadeau aan, nl. 10 ballen, terwijl onder leiding van Mej. Bastiaansen een aantal jongens en meisjes van Fier op humoristische wijze de levensloop van Fier in beeld brachten. Een film, goochelaar, poppenkast en muziek voor de jongeren een echte dansavond voor de ouderen, waarbij de zaal stampvol was, een koffietafel voor bestuur, leiding en genodigden, waaronder de 6 leden en 4 bestuursleden, die vanaf het begin bij Fier waren. Fier keek tevreden terug op dit eerste grote feest.
In 1963 was er sprake van een kleine 1000 turners/sters van de verenigingen .S.S.S., O.D.I. en FIER, die begeleid ieder door hun eigen drumband onder andere een massale oefening uitvoerden, hetgeen een lust voor het oog was. De vele toeschouwers hebben genoten van aantrekkelijke oefeningen en luid applaudisserend gaven zij hiervan herhaaldelijk blijk.
Na de oprichting van drumband FIER (1958) werden de gymnasten dan ook vaak begeleid door hun eigen drumband. Jan Smolders werd aangetrokken als instructeur. Hij herinnert zich nog goed de dag dat hij voor zijn huis werd aangesproken door Hein Kerremans. Jan was namelijk in de Bredase muziekwereld echt geen onbekende. Lang hoefde er niet gesproken te worden voordat hij instemde. Tijdens een bijeenkomst in het huis van Mevr Heemskerk (voorzitster) werden de benodigde afspraken gemaakt. Uit de gymnasten werden mogelijke toekomstige drumbandleden gerekruteerd, waarna op de zolder van de Bernardusschool (thans onderdeel van de gemeenschapsaccommodatie in Princenhage onder de naam De Dobbelsteen) de belangstellenden werden getest op muzikale aanleg en ritme gevoel. Op de maat van marsmuziek moesten de kandidaat-leden exerceren over de zolder en op houten plankjes mochten zij laten horen hoe het met hun gevoel voor ritme stond, dit alles onder toeziend oog van Jan Smolders, Chris Wiese en Mej. Bastiaansen. Na de selectie kon er met 8 leden begonnen worden. Met veel ijver werd er elke zaterdagmiddag geoefend in het Patronaat. Wanneer het Patronaat om een of andere reden niet gebruikt kon worden werd uitgeweken naar de voormalige klompenmakerij van Jan Smolders, of soms zelfs werd er individuele les gegeven in de keuken bij Jan Smolders thuis. In het begin leek het nergens op, maar Jan zei: "na enkele weken zie je wel resultaat." En hij kreeg gelijk, geduld was de hoofdzaak. De tamboers kregen een stuk autoband, dat was vastgemaakt op een houten plankje mee naar huis om te oefenen, anders zou dit teveel lawaai maken. Tijdens de lessen werd getrommeld op "goedkope" trommels (ongeveer f50,- per stuk), want meer geld kon er op dat moment in de nog vrij jonge vereniging niet vrijgemaakt worden. Ook de toestellen voor de gymnasten deden namelijk een flinke aanslag op de financiën van de vereniging.
Na enige maanden van velerlei acties voeren om aan geld te komen was het zover dat er duurdere (betere) trommels aangekocht konden worden. Dit waren houten trommels, welke nog aangespannen moesten worden met koorden. Het eerste officiële optreden van onze drumband vond plaats tijdens de Bondsdag op het sportpark De Wildert te Zundert, in 1958. Jan liet de drumband al snel uitgroeien van 8 tot 45 personen. Een drumband, die al snel goede prestaties leverde, getuige het feit, dat tijdens het eerste concours waaraan werd deelgenomen (1960,Were-Di) de wisselbeker in ontvangst mocht worden genomen. Na 3 jaar kwam deze trofee al definitief in onze prijzenkast te staan. Ook in latere jaren werd menigmaal een eerste plaats behaald op het Were-Di concours. (Later is de naam Were-Di veranderd in Crescendo, aangezien in België, waar Were-Di regelmatig optrad, hun naam niet erg geaccepteerd werd)
In de eerste jaren van hun bestaan waren de drumbandleden gekleed in het gymnastiek-uniform. Hetgeen niet zo vreemd is wanneer je bedenkt dat drumbandleden gerekruteerd werden uit de gymnastiekleden. De meisjes droegen een wit rokje en de jongens een korte witte broek. Daarop een witte blouse en men liep op gymschoenen. Het ledental groeide en C. vd Corput nam de aspirant-(tamboers)leden voor zijn rekening. De bazuinblazers deden hun intrede en kregen achtereenvolgens les van J Frijsen, A. van Dijk en Ad Marijnissen. In 1965 ging men over op eigen uniformen, zij werden voor het eerst getoond tijdens de jaarlijkse ouderavond/ middag. Kolbakken en capes werden zelf gemaakt (door Rinus Aben en Mevr. Kerremans). Groen-wit geplisseerde rokje met een groen jasje, afgezet met goudgalon koorden en een fraaie kolbak met pluim. Later gingen de majorettes over op witte jurkjes, welke gemaakt werden door Mevr. v Nijnatten-Smolders. In die eerste jaren trok men graag richting België en Frankrijk. Wanneer men daar meeliep in de optocht kreeg men altijd een collectebus mee om te collecteren voor de eigen vereniging. Menigmaal haalde men flink geld op tijdens zo'n wandeling van 4 à 5 km. Na afloop kregen de leden van de drumband meestal een consumptie aangeboden door de organisatoren. Een keer hadden zij de dag van hun leven. De consumptiebonnen waren nl. gewone speelkaarten, die in een plaatselijk restaurant in een consumptie konden worden omgezet. Bleken er in dat restaurant ineens diverse stokken kaarten voorhanden. Onze leden hadden na afloop geen dorst maar de organisatoren wel een grote rekening.





Rond de jaren 60 deed bij de meisjes de eerste korte broek (ballonbroek) zijn intrede in de vereniging. Aanvankelijk waren en nog wel vele bedenkingen of zoiets wel kon. Hetzelfde deed zich ongeveer 2 jaar later voor bij de invoering van de turnpakjes. De ballonbroek gaf al veel meer bewegingsvrijheid. Bij de vroegere kleding zat de rok door middel van knopen aan het bloesje vastgemaakt en bij het bewegen van de armen schoof het geheel telkens mee, hetgeen de meesten niet erg prettig vonden. De acceptatie van de ballonbroek was een hele verbetering, maar toen het turnpakje rond 1962/63 in de vereniging verscheen was die "ellende" voor de meisjes voorbij.
Maak jouw eigen website met JouwWeb